Onder de fijne motoriek verstaan wij hetgeen met de handen wordt gegrepen, gemanipuleerd en losgelaten. Voorbeelden hiervan zijn: kleuren, knippen, kralen rijgen, veters strikken, aankleden en eten met bestek.
Tegenwoordig zitten kinderen veel op de tablet of hebben zij schoenen met klittenband. Hierdoor wordt de fijne motoriek minder aangesproken en dus minder geoefend. Dit kan weleens tot problemen leiden!
De ontwikkeling van de fijne motoriek begint al bij baby’s. Grijpen naar een speeltje, de drinkbeker pakken of een stukje appel uit het bakje pakken zijn voorbeelden hiervan. Het oefenen van deze fijne motoriek maakt dat uw kind er beter in zal worden.
Als uw kind ouder wordt, worden de fijn motorische taken steeds verfijnder. Denk hierbij aan blokken stapelen of kralen rijgen.
Vindt uw kind het leuk om aan tafel te spelen of te knutselen? Dat is een goed teken want zo kan de fijne motoriek zich steeds beter ontwikkelen zodat het leren schrijven later makkelijker verloopt. Schrijven is namelijk ook een onderdeel van de fijne motoriek!
Houdt uw kind juist niet van knutselen? Begin dan met simpele oefeningen en probeer zoveel mogelijk in te spelen op de interesse van uw kind. Houd het leuk!

Het belangrijkste tijdens het oefenen van de fijne motoriek is PLEZIER! Op deze manier heeft uw kind niet eens door dat jullie eigenlijk aan het oefenen zijn.
Waar kunt u nog meer op letten:
Om het plezier te vergroten tijdens het oefenen van de fijne motoriek kunt u het volgende doen:
Als uw kind toe is aan moeilijkere opdrachten om de fijne motoriek te stimuleren, dan zijn strijkkralen of pinnetjes een mooie vervolgstap. Hierbij wordt een pincetgreep gevraagd (oppakken van een voorwerp tussen duim en wijsvinger).
Hoe kleiner de voorwerpen, hoe moeilijker het is. Is dit nog te makkelijk? Vraag dan eens om de pinnetjes of kraaltjes in de hand te draaien of te verplaatsen. Hierbij mag de andere hand, de tafel of de buik niet gebruikt worden!
Ook is het leuk om de pinnetjes of anders propjes papier of knikkers te verstoppen in je hand en deze tevoorschijn te toveren zonder de andere hand te gebruiken. Verplaats het materiaal vanuit het midden van de hand naar de duim en wijsvinger. Best lastig! Zeker met meerdere pinnetjes, propjes of knikkers in de hand.

Bij peuters wordt vaak gezien dat het potlood wordt vastgehouden met een vuist. Dit is niet erg. Laat uw kind vooral ervaring opdoen met kleuren en tekenen op de manier die hij/zij prettig vindt. De juiste pengreep komt later wel.
Zit uw kind bij de kleuters dan zal er aandacht besteed worden aan het goed vasthouden van een potlood. Dit betekent dat het potlood wordt vastgehouden door duim, wijsvinger en middelvinger en dat het steunt op het gebied tussen duim en wijsvinger.
Als uw kind dit niet lijkt te onthouden, probeer dan eens het volgende. Plak kleine rondje stickertjes of teken rondjes op de plek waar het potlood steun. Vraag uw kind de stickers of de rondjes te verstoppen met het potlood. Uw wilt geen stickers of rondjes meer zien! Als dit het geval is, houdt uw kind zijn potlood goed vast.
Als bovenstaande adviezen niet helpen kunt uw contact opnemen met een kinderfysiotherapeut bij u in de buurt.
De kinderfysiotherapeut weet alles over de fijne motoriek en kan in kaart brengen of uw kind een achterstand heeft in vergelijking met leeftijdsgenoten.
De kinderfysiotherapeut zal een behandelplan opstellen dat specifiek is afgestemd op uw kind en zijn interesses.