Deze website gebruikt cookies, zodat wij de gebruikerservaring van de website kunnen optimaliseren.
Je kan al je cookie instellingen aanpassen door links door de tabs te navigeren.
De basis van de fijne motoriek wordt al vroeg gelegd. Als baby leren we al snel dat we onze handen voor verschillende doeleinden kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld om dingen op te pakken, dingen te voelen of te gebruiken voor steun. Daarna ontdekt een baby al redelijk snel dat vingers ook een functie hebben.
Onder de fijne motoriek verstaan wij hetgeen men met de handen kan grijpen, manipuleren en loslaten. Het draait allemaal om de “fijne” bewegingen van de armen, handen en vingers. Denk hierbij aan knippen, plakken, tekenen of leren schrijven. Maar ook veters strikken en aankleden vallen onder de fijne motoriek. Op het moment dat een kind naar school gaat worden deze vaardigheden belangrijker en juist dan worden de problemen zichtbaarder.
In de meeste gevallen zijn leerkrachten daarom de eersten die fijn motorische problemen zien bij kinderen.
Uw kind:
Wij analyseren het probleem en de oorzaak aan de hand van verschillende testen en observaties. Als er sprake is van een motorisch probleem kan de kinderfysiotherapeut er mee aan de slag. Wij onderzoeken uw kind op mogelijke oorzaken van de motorische achterstand. Hierbij testen wij o.a. de spierspanning, houding en oog-handcoördinatie. Afhankelijk van deze uitkomst van het onderzoek wordt uw kind gestimuleerd in de motorische ontwikkeling door specifieke functionele oefeningen. Deze worden opgenomen in een behandelplan voor uw kind.
Fijne motoriek ontwikkelt zich in fasen/mijlpalen en begint al bij de geboorte van een baby. Naarmate een kind ouder wordt, raakt de fijne motoriek ook meer ontwikkeld. Hieronder beschrijven wij enkele fijne motorische handelingen per leeftijdsfase.
0 t/m 12 maanden
In deze periode maakt de baby langzaam kennis met zijn armen, handen en vingers. In het begin is het zogenoemde grijpreflex aanwezig. Daarom knijpen baby’s altijd hun handen dicht als je je vinger in de hand legt. Na enkele maanden opent de baby rustig zijn/haar handen en raakt meer gewend aan zijn handen. Het lukt de baby dan ook steeds vaker om iets vast te pakken. Na een half jaar proberen baby’s vaak hun voeten vast te pakken en richting een jaar kunnen ze de handen en vingers gericht gebruiken.
12 t/m 18 maanden
Vanaf één jaar zijn de motorische vaardigheden meer ontwikkeld. Baby’s worden een stuk handiger met de handen en ook de vingers worden meer gebruikt. Zo zijn ze in staat om een klein voorwerp (of iets als een rozijn) met twee vingers te pakken (duim en wijsvinger) en kunnen ze met een losse vinger voorwerpen aanwijzen of hanteren.
Peuter
Een peuter is volop in ontwikkeling en wordt steeds handiger. Bovendien is dit de leeftijdsfase waar spelletjes een belangrijke rol spelen in het ontwikkelingen van de motoriek. Denk bijvoorbeeld aan het bouwen van een toren of het hanteren van verschillende vormen in een vormenstoof, of ringen om een ringentoren plaatsen. Ook leert uw kind voor het eerst potloden, krijtjes e.d. vast te houden en hiermee gerichter op papier te tekenen.
Schoolkind (groep 1 en groep 2)
Een kind van 4 jaar dat voor het eerst naar school gaat heeft in die jaren daarvoor op spelende wijs veel fijne motorische basisvaardigheden ontwikkeld. In groep 1 kan een kind al veel meer, zoals binnen de lijnen tekenen, vormen vouwen, drinken zonder te morsen etc. Maar ook knutselen gaat stuk een makkelijker. Denk bijvoorbeeld aan vormpjes maken van klei of langs de rand knippen. Maar ook een rits van een jas dichtmaken gaat gemakkelijker. In groep 1 en 2 worden bovengenoemde activiteiten veel herhaald om de fijn motorische vaardigheden te trainen. Denk hierbij dus aan veters strikken, knutselen, stapelen van blokken, het goed vasthouden van de pen, van stip tot stip tekenen etc. Daarnaast is het belangrijk dat u als ouder dit ook thuis stimuleert.
U speelt als ouder ook een belangrijke rol in de motorische ontwikkeling van uw kind. U kunt op spelenderwijs de fijne motoriek van uw kind stimuleren. Wij benoemen hieronder enkele handige tips:
Peuter van 18 t/m 24 maanden
Peuter van 24 t/m 30 maanden
Peuter van 30 t/m 36 maanden
Peuter van 36 t/m 42 maanden
Peuter van 42 t/m 48 maanden