Waarom zicht belangrijk is voor een kind om te spelen en leren

Kinderen worden over het algemeen geboren met zicht. Een baby heeft nog geen optimaal zicht, dit beperkt zich tot ongeveer 30 cm. Perfect om het gezicht van hun ouders te zien tijdens voeding en knuffelmomenten. Hierdoor krijgen de baby’s vaak al snel een band met hun ouders omdat zij dit gezicht leren herkennen. Voor baby’s is dit een grote motiverende factor gedurende hun ontwikkeling. Baby’s worden gemotiveerd om hun hoofd op te richten tijdens de buiklig, omdat zij graag om zich heen willen kijken en willen meekrijgen wat er gebeurt. Ook vinden baby’s zichzelf vaak erg leuk in de spiegel en willen daarom ook hun hoofd oprichten. Rond 3-4 maanden gaan baby’s leren reiken naar speelgoed omdat zij iets zien waar zij mee willen spelen. Zelfs het tijgeren en kruipen wordt uitgelokt doordat ze speelgoed of iets anders zien wat zij leuk vinden en willen pakken.

Oculomotorische vaardigheden

Deze vaardigheden zorgen voor de bewegingen die het oog kan maken. Deze bewegingen worden verzorgd door 6 spieren rondom elk oog. Deze spieren moeten ervoor zorgen dat het oog vloeiende en gecoördineerde bewegingen maakt waardoor de visuele informatie ontvangen kan worden vanuit de omgeving.

• Visuele fixatie: Deze vaardigheid zorgt ervoor dat uw kind zijn/haar focus kan behouden op één bepaald object en deze scherp te stellen. Dit is nodig voordat er gewisseld kan worden naar bewegende objecten.
• Oogsprongen: Deze vaardigheid zorgt ervoor dat er ‘gesprongen’ kan worden van het ene focuspunt naar het andere. Deze vaardigheid is nodig voor verschillende activiteiten in het dagelijkse leven, zoals bij lezen.
• Visueel volgen: Dit is een vervolg op visuele fixatie. Hierbij wordt er namelijk een bewegend voorwerp gevolgd, zonder de fixatie kwijt te raken. Denk hierbij aan het volgen van een bal of ander bewegend speelgoed.

Visuele perceptie

Dit refereert aan het begrijpen, interpreteren en gebruiken van de informatie die wordt gezien door onze ogen. Het zorgt ervoor dat onze hersenen de betekenis herkennen van wat er wordt gezien.

• Visuele discriminatie: Stelt ons in staat bepaalde kenmerken te onderscheiden, zoals vorm, kleur en grootte van een voorwerp. Deze vaardigheid wordt gebruikt om ronde blokken en vierkante blokken te onderscheiden.
• Voorgrond/achtergrond: Dit stukje zorgt voor het onderscheid wat er gemaakt wordt tussen een voorwerp en zijn achtergrond. Als deze vaardigheid slecht ontwikkeld is, kan dit betekenen dat er moeite is bij het sorteren van een doos blokken en bij het lezen van een plaatjesboek. Omdat het moeilijk is deze plaatjes uit elkaar te houden.
• Ruimtelijke betrekkingen: Deze vaardigheid zorgt ervoor dat een kind weet waar in de ruimte hij is en hoe hij/zij zich verhoudt tot de ruimte. De concepten voor, achter, naast, boven en onder horen hierbij. Moeite met deze vaardigheid kan voor balansproblemen, onhandigheid en/of schrijfproblemen zorgen.
• Visuele motorische integratie. Dit refereert aan de vaardigheid om de visuele informatie en motorische vaardigheden samen te voegen. Dit wordt vooral gebruikt bij fijn motorische vaardigheden zoals; schrijven, knippen, blokjes stapelen en puzzelen. Maar ook bij het schoppen en vangen van een bal. De ogen en motoriek moeten hierbij goed samenwerken.