Tekst
Lettertype

Spelletjes voor de motorische ontwikkeling

Inhoudsopgave Toon

Motorische achterstand

De ontwikkeling van de motoriek verschilt van kind tot kind. Zo loopt het ene kind al op zijn eerste verjaardag, terwijl het andere pas net kruipt. In Nederland heeft 5 tot 10% van de kinderen dan ook een motorische achterstand. Voor de motorische ontwikkelingen van een kind zijn spelletjes zeer belangrijk. Lees hier meer over de motoriek van een kind en welke spelletjes bijdragen aan de motorische ontwikkeling.

De motorische ontwikkeling van een kind

De motorische ontwikkeling van een kind gaat over het leren bewegen. Deze ontwikkeling begint al bij de geboorte. Vooral in de eerste levensjaren ontwikkelt een kind zich flink. Denk hierbij aan een baby die zich ontwikkelt door te rollen, kruipen en staan. Lees hier meer over in onze blog over de motorische ontwikkelingen van een baby. Vervolgens loopt deze ontwikkeling door tot het 11e jaar waarin uw kind zijn motoriek in principe volledig beheerst. Naast dat de motorische ontwikkeling wordt bepaald door de genetische aanleg, wordt deze ook gestimuleerd door de omgeving van een kind. Zo speelt de invloed van ouders, broertjes en zusjes, vriendjes en vriendinnetjes, school en spelletjes een grote rol. De meeste motorische vaardigheden worden aangeleerd door het kind te laten spelen en bewegen.

Grove en fijne motoriek

De motoriek is onder te verdelen in een grove en fijne motoriek. Bij de grove motoriek horen de grote bewegingen die kinderen met hun lichaam maken. Hierbij kunt u denken aan kruipen, lopen, rennen, springen en het gooien van een bal. De grove motoriek zorgt ervoor dat uw kind mee kan doen tijdens het buitenspelen, de zwemles en de gymles. Bij de fijne motoriek gaat het om de kleinere bewegingen die een kind maakt. Hierbij gaat het vooral om het gebruik van de spieren in de vingers en handen van een kind. Hierbij kunt u denken aan bouwen met blokken, knippen, kleuren, schrijven, eten met bestek en veters strikken. De grove en fijne motoriek zijn nauw aan elkaar verbonden. Een kind moet vaak de basis beheren binnen de grove motoriek, voordat het bepaalde activiteiten binnen de fijne motoriek kan uitvoeren.

Heeft mijn kind een motorische achterstand?

Bij een motorische achterstand beweegt het kind minder handig dan leeftijdsgenootjes. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een achterstand wanneer uw kind van 1,5 jaar nog niet alleen kan staan, uw kind met 20 maanden nog niet kan lopen, uw kind van 3 niet goed kan rennen en uw kind van 4 nog op zijn tenen loopt. Daarnaast kan de achterstand zitten in de grove of fijne motoriek of in beide categorieën. Bij een achterstand in de grove motoriek kan het zijn dat het kind bijvoorbeeld stijf beweegt, een opvallend looppatroon heeft of veel valt. Bij een achterstand in de fijne motoriek kan het zijn dat het kind niet wil tekenen of kleuren, geen voorkeurshand heeft bij het schrijven of tekenen, niet goed kan knippen, plakken of bouwen of niet goed kan schrijven. Er zijn een aantal oorzaken waardoor de motorische ontwikkeling kan worden vertraagd, namelijk:

  • Bewegingsarmoede;
  • Medische redenen;
  • Een laag zelfvertrouwen;
  • Angst;
  • Verminderde kracht of conditie;
  • Evenwichtsproblemen.

 

 

Wanneer een kind last heeft van één van deze oorzaken komt het vaak voor dat ze deze activiteiten ook niet leuk vinden. Wat moeilijk is, is namelijk vaak niet leuk. Hierdoor proberen kinderen vaak deze activiteiten te vermijden waardoor ze vaak niet goed meekomen met leeftijdsgenoten. Meestal hoeft u zich hier geen zorgen om te maken. Daarnaast heeft 5 tot 10% van de Nederlandse kinderen een motorische achterstand en van de bassischoolkinderen heeft een kwart een motorische achterstand. Deze achterstand kunt u stimuleren door middel van spelletjes.

Spelletjes voor de motorische ontwikkeling van een kind

Spelletjes spelen een grote rol bij de motorische ontwikkeling van een kind. Om de motoriek te stimuleren zijn er spelletjes die u thuis met uw kind kan doen. Omdat de motoriek onderverdeeld kan worden in fijne en grove motoriek zijn ook de stimulerende spelletjes hierin onder te verdelen. Wij hebben deze hieronder voor u op een rijtje gezet.

Spelletjes voor de grove motoriek

Bij B&B Kidscare hebben wij iedere vrijdagochtend onze zogenoemde “peutergym“. Tijdens de peutergym bevorderen en stimuleren wij zoveel mogelijk de motorische ontwikkeling door middel van spelletjes, liedjes en oefeningen. De nadruk ligt op ontdekken, zelfstandigheid maar ook plezierig spelen en onbewust leren. Daarnaast adviseren wij u om met uw kind de volgende spelletjes te spelen om de grove motoriek te bevorderen:

  1. Buitenspelen. Buitenspelen is een goede manier voor het stimuleren van de motoriek. Ga naar de speeltuin, het park, het bos of het strand zodat uw kind ook nog verschillende ondergronden ontdekt. Neem een bal mee en gooi deze over of laat uw kind lekker rennen, springen en klimmen.
  2. Peuterdans. Tijdens peuterdans danst, springt, draait en rolt uw kind. Daarnaast leert uw kind ook ritme door op de maat te bewegen en is het goed voor de sociale ontwikkeling van uw kind.
  3. Balspellen. Heeft u een bal thuis? Laat uw kind dan voetballen, de bal overgooien, basketballen of trefballen.
  4. Zet kindermuziek aan. Vaak als kinderen muziek horen gaan ze al snel bewegen, maak hier gebruik van!
  5. Maak een parcours. Dit kan zowel binnen als buiten bij eventueel slecht weer. Beperk de schermtijd en zet een hinkelbaan uit of een parcours met pionnen en een bal. Maak het zo leuk en gevarieerd mogelijk voor de kinderen.
  6. Sporten. Sporten draagt bij aan de grove motoriek. Zoals voetballen, tennissen, badminton, dansen, schaatsen en fietsen.

Spelletjes voor de fijne motoriek

  1. Knutselen. Is het slecht weer buiten? Laat uw kind lekker knutselen, tekenen, knippen, plakken en vingerverven.
  2. Spelletjes. Speel spelletjes zoals Dokter Bibber, Toren van Pisa, Mikado, Jenga en Ezeltje Strekje met uw kind.
  3. Speelgoed. Laat uw kind spelen met speelgoed. Dit kan met blokken, Lego, Playmobil, poppen, barbies en K’nex.
  4. Zelf dingen laten doen. Kinderen willen vaak zelf dingen doen, zelf aankleden, zelf de schoenen aan, zelf tandenpoetsen etc. Laat ze dit ook zelf proberen en geef aanwijzingen als dit niet meteen lukt.
  5. Zand en water. Heeft u zand of water in de buurt? Laat uw kind hier mee spelen door bijvoorbeeld het bouwen van een zandkasteel.
  6. Klei of gips. Laat uw kind lekker kliederen met klei of gips.