Tekst
Lettertype

Zelfregulatie: Hoe te stimuleren

Zelfregulatie is het vermogen om staat van alertheid van het lichaam aan te passen aan de huidige situatie. Als dit namelijk in balans is, geeft dat uw kind de mogelijkheid om te participeren en te leren van de situatie. Dit vergt veel aanpassingsvermogen gedurende de dag, er is namelijk niet altijd dezelfde mate van alertheid nodig bij alle taken. Kinderen die problemen hebben met sensorische integratie hebben vaak moeite met zelfregulatie. Zij kunnen baat hebben bij wat tips en tricks.

Er zijn verschillende soorten alertheid die wij in deze blog zullen toelichten:

  • Lage alertheid;
  • Hoge alertheid;
  • Optimale alertheid;

Lage alertheid

Een kind met lage alertheid reageert vaak moe, teruggetrokken en langzaam. Soms hangen deze kinderen veel in hun stoel en leunt het hoofd op de ondersteunde handen. In het klaslokaal hebben deze kinderen moeite met opletten, betrokkenheid bij de klasgenoten of het meedoen met dagelijkse activiteiten zonder hulp of aansporing.

TIP: Een kind met een lage alertheid kan er baat bij hebben om meer sensorische input te krijgen waardoor hij/zij beter kan participeren in de omgeving. Dit kan door bijvoorbeeld een wiebelkussen of meer bewegingsmomenten in de klas.

Hoge alertheid

Een kind met hoge alertheid lijkt heel druk, impulsief, kan driftbuien hebben en kan soms zelfs even helemaal overweldigd raken door de impulsen van buitenaf.

TIP: Een kind met hoge alertheid kan profiteren van kalmerende activiteiten om zijn/haar alertheid te verlagen. En op die manier mee kunnen doen met de kinderen in de klas en thuis met vriendjes en familie. Kalmerende activiteiten kunnen erg verschillend zijn voor een kind.

Optimale alertheid

De optimale alertheid verschilt per taak en situatie van dat moment. Een hoge mate van alertheid is passend bij bijvoorbeeld de gymles of pauze. Terwijl er een lagere alertheid wordt gevraagd tijdens het werken in de klas. En nog lager het liefste voor bedtijd. De mogelijkheid om de alertheid te reguleren is erg belangrijk voor een kind omdat hij/zij op die manier prettig kan functioneren in verschillende omgevingen en situaties.

Kinderfysiotherapie

Een kinderfysiotherapeut kan helpen bij het geven van tips en adviezen over hoe om te gaan met zelfregulatie. Ook kan de kinderfysiotherapeut helpen bij het geven van inzicht in welke activiteiten goed kunnen zijn voor uw kind. Hierbij wordt er gekeken naar zowel de fijne motoriek als de grove motoriek.

Energieke activiteiten:

  • Draaien van het lichaam;
  • Snelle, onverwachte bewegingen;
  • Stuiteren en springen;
  • Koud water (drinken);
  • Knapperig eten.

Kalmerende activiteiten:

  • Ritmische / schommelende bewegingen;
  • Activiteiten waarbij zwaarte/druk een rol kan spelen. Zoals yoga en drukken/trekken
  • Zuigen op een rietje;
  • Ademoefeningen;
  • Fidget speelgoed.

Nabije omgeving

Ook in de omgeving kunnen er aanpassingen gevergd worden. Kinderen die moeite hebben met zelfregulatie hebben vaker moeite met drukke, overweldigende groepen/ruimtes. Thuis kan dit aangepast worden door bijvoorbeeld na te denken over kleuren en patronen in de slaapkamer van uw kind en een georganiseerd en opgeruimd huis waardoor het minder chaotisch overkomt op uw kind.

Daarnaast wordt zelfregulatie ook beïnvloed door honger, dorst, slaaptekort, ziekte of andere stress gerelateerde omstandigheden. Een kinderfysiotherapeut helpt u bij het ontdekken van deze omstandigheden en kan u tips geven over hoe hier mee om te gaan.